Veertig jaar Korzo: in gesprek met Paul Selwyn Norton en Simon Bus
Een jaar lang feest: we vieren in 2024 onze veertigste verjaardag door terug te blikken en vooruit te kijken. In dit dubbelinterview kijken we naar de veranderende rol van de choreograaf en maker door de jaren heen met twee makers die te zien zijn in ons jubileumprogramma: oud Korzo-maker Paul Selwyn Norton (59) en danser en choreograaf Simon Bus (34). ‘Korzo is mijn ruggengraat geweest.’
De ochtend is net begonnen in Den Haag, terwijl in Sydney de zon alweer onder is gegaan. Een Zoom-gesprek met een groot tijdsverschil: Paul woont en werkt alweer jaren in Australië en belt in voor een gesprek met Simon, die zich in Korzo voorbereidt op repetities. Paul brengt zijn debuut voor Korzo Johnny Panic (1992) terug voor ons jubileumprogramma en Simon is een van de dansers. De repetities gaan voorlopig even via Zoom, met Paul gehuld in een tanktop in zijn Australische woonkamer; na ons gesprek zal er stevig gerepeteerd worden.
Ha Simon en Paul! Jullie zijn allebei makers en dansers, al kent Paul natuurlijk een veel langere carrière. Wat zijn voor jullie sleutelmomenten in jullie carrière?
Simon: ‘Mijn CaDance-solo in 2019 was een sleutelmoment. Ik werd gevraagd om een solo te maken en heb die heel vaak gespeeld. De opzet was vrij simpel, dus ik kon het stuk overal spelen. Uiteindelijk heb ik het tijdens CaDance in een garage gespeeld. Voor mij was dat een belangrijk moment om mijn naam te vestigen als maker. Mensen kenden me toen vooral als danser. Ik merk dat dat nu aan het veranderen is en ik meer wordt gezien als maker. Daar doe ik ook mijn best voor, ik ben 34 en mijn lichaam voelt anders aan dan voorheen. Zeker omdat ik een lange breakdance-carrière heb gehad.’
Paul: ‘Dat hebben Simon en ik gemeen, we waren allebei breakdancers voordat we choreografen werden. Ik heb nooit een dansopleiding gevolgd, dus mijn route door de sector is atypisch. Ik vond mijn weg door breakdancing. En als breakdancer creëer je altijd in het moment. Dus vanuit het perspectief van een maker was gescout worden in de Roxy een sleutelmoment. Ik danste daar een avond, ergens in de jaren tachtig, negentig, en werd opgemerkt door iemand van dansgezelschap Cloudchamber. Ze zochten een danser voor een show en vroegen of ik dat niet wilde doen. En ik vertelde ze: ‘Ik heb nooit een dansopleiding gevolgd, ik denk niet dat ik een choreografie zo snel op kan pikken.’ Maar daar waren ze niet in geïnteresseerd, ze wilden juist dat ik mijn creatieve identiteit als danser verder zou onderzoeken. Dat was een geweldig moment. Ik zette mijn studie op pauze en ging vol voor een leven als artiest.’
‘Zo zijn er wel meer van die sleutelmomenten. Leo Spreksel kwam kijken naar Johnny Panic in Rotterdam en zei na afloop: ‘Ok, ik wil je op CaDance 1992, zo gaan we het doen, dit is wat we je gaan betalen.’ Johnny Panic was een lanceerplatform voor mij als maker in Nederland, om onder mijn eigen naam werk te maken en mijn capaciteiten als maker te ontdekken. Dus dat Leo, een geweldige supporter, fantastisch mens, me boekte voor CaDance was een grote eer en een grote stap voorwaarts voor mij.’
‘Later in mijn carrière waren er meer van die momenten, bijvoorbeeld toen Ohad Naharin van Batsheva Dance Company een repetitie bijwoonde en na een halfuur al zei: ‘ik wil je boeken’. Iets soortgelijks gebeurde toen Bill Forsythe een voorstelling van me zag in Parijs en me vroeg werk te maken voor Ballett Frankfurt. Ik heb nooit auditie gedaan als danser, maar ik kwam altijd binnen als choreograaf en vond uiteindelijk toch altijd weer mijn weg naar het toneel. Eigenlijk de omgekeerde wereld, voor veel makers en dansers werkt het meestal andersom.’
Korzo als ruggengraat
Welke rol heeft Korzo gespeeld in jullie carrières?
Simon: ‘Zoals ik al vertelde was die CaDance-solo erg belangrijk. Daarvoor danste ik in Agori van Shailesh Bahorn. Daar zagen Stacz (Wilhelm, toenmalig artistiek directeur) en Johanna (Korgel, toenmalig productiemanager en festivalcoördinator) me en later vroegen ze me om die solo te maken. Vorig jaar ben ik naar Den Haag verhuisd. Ik houd van de stad en Korzo is er een belangrijk onderdeel van. Tot nu toe is Korzo er altijd voor me geweest.’
Paul: ‘Korzo heeft verschillende werken van mij geproduceerd. Ik vertrok telkens en kwam ook telkens weer terug. Korzo heeft me altijd gesteund en voelt als een vriend, als familie. Ik werd door Korzo omarmd in mijn beginperiode en elke keer als ik terugkwam, deed ik er in mijn werk weer een stapje bovenop en groeide ik. Dus mijn relatie met Korzo, over zo’n twintig jaar was prachtig. Het is echt mijn ruggengraat geweest.’
Breakdance wordt eindelijk omhelsd
Hoe hebben jullie de rol van de maker en choreograaf zien veranderen over tijd?
Simon: ‘Dat is voor mij een lastige vraag om te beantwoorden, vergeleken met Paul kom ik nog maar net kijken. Wat ik wel heb gezien de afgelopen jaren is een waardering van niet-academisch geschoold talent. In mijn tienerjaren als breakdancer, werd breakdance gezien als een amateurkunst. Als gezelschappen iets moesten doen met amateurgelden, zochten ze contact met een lokale crew om dansers te werven. Zo deed ik ook mijn eerste ervaring van het werken met een choreograaf op. Een lokale maker benaderde onze crew om met ons te werken. Dat label van ‘amateur’ vonden wij beledigend. Hoezo amateur? We trainen elke dag keihard? Nu zie ik dat er veel meer respect is voor breakdance en verwante stijlen. Er zijn steeds meer dansers met een niet-academische achtergrond die furore maken. Ik vind het tof dat Paul dat in zijn tijd al deed als autodidact.’
Paul: ‘Ik vind het fantastisch dat de danssector breakdance omhelst als een echte danstaal. Ballet kan een verhaal vertellen, maar breakdance kan dat ook. Ballet kent natuurlijk een rijke geschiedenis, maar breakdance is een buitengewoon voorbeeld van een stijl en taal die met twee benen in het nu staat en urgentie uitstraalt.’
‘Hier in Australië zie je iets soortgelijks met de hernieuwde waardering van Aboriginal-cultuur. Aboriginal dans vertelt al meer dan 40.000 jaar verhalen. Ik vind het mooi om te zien dat er pogingen worden gedaan om verschillende dansstijlen gelijkwaardig met elkaar te maken. Echt een revolutie.’
‘Een heel andere, grote verandering is social media. Je kunt supersnel kennismaken met andere talen, stijlen en culturen.’
Simon: ‘Voor mijn carrière is dat inderdaad heel belangrijk. Zonder social media zou ik geen carrière hebben. Toen ik echt begon als danser, waren er vooral casting calls. Voor mij voelde het nooit alsof ik makkelijk auditie zou kunnen doen voor dat soort calls. Ze zochten vrijwel altijd geschoolde dansers met een bepaalde techniek. Social media fungeert nu als mijn publieke cv. Op mijn Instagram-pagina krijgen mensen een goed beeld van wie ik ben als artiest en mens. Ik vind dansers voor mijn eigen producties ook vooral via social media. Meestal krijg ik op basis van hun feed een goed beeld van wie ze zijn en tot nu toe werkt dat voor mij erg goed.’
De moestuin van Korzo
Tot slot: het Korzo-model anno 2024 is een theater en productiehuis, met huismakers en makers die residenties bij ons doen. Wat zou volgens jullie het ideale model zijn om talent te helpen groeien? Of is dit model al ideaal?
Simon: ‘Poeh, lastig, ik heb daar nooit echt over nagedacht eigenlijk. Ik kan wel zeggen wat ik fijn vind aan het huidige Korzo. Ik ben geen huismaker, maar de deur staat altijd voor me open. Ik kan altijd even met iemand van gedachten wisselen of vragen hoe Korzo me kan helpen. Ik gebruik nu geregeld de studio’s van Korzo en ik voel me altijd welkom.’
Paul: ‘Mijn eerste ingeving is… Laat ik het zo verwoorden. Ik kweek mijn eigen groente en fruit. Als je wilt dat dat succesvol is, dan moet je de specifieke behoeftes van je planten kennen. Planten en gewassen reageren op de context waar ze in staan, de grond waarin ze geworteld zijn, maar ook andere planten om hen heen. Culturele instellingen zitten ook in een bepaalde context, een stad, een lokale cultuur. Ze moeten die context in zich op willen nemen. Je kunt dan niet met vaststaande ideeen en dogma’s komen, je moet leven en ademhalen binnen die gemeenschap. Elke artiest die je uitnodigt in je tuin, heeft andere behoeftes en vragen. Dat vraagt altijd om een echt, authentiek gesprek tussen de instelling en de artiest, zodat je elkaar leert kennen en weet wat de ander nodig heeft. If it’s not living and breathing in it’s context and culture, it’s dead in the water.’
Je ziet Johnny Panic tijdens ons jubileumprogramma Korzo was Corso op vrijdag 23 februari. Het event is uitverkocht, maar je kunt altijd een kijkje nemen in de gratis expositie over de geschiedenis van Korzo in de Korzo Club.
Bekijk ook
Bekijk ook
Ontdek het nieuwe seizoen van Korzo
Korzo draait dit najaar op volle toeren, maar we kijken ook vast vooruit. Daarom presenteren we vandaag het tweede gedeelte van ons nieuwe seizoen aan je! Met nieuwe gezichten, oude bekenden en veel...
Verder lezenJimmy-Pierre de Graaf nieuwe algemeen directeur Korzo
We hebben een nieuwe algemeen directeur! Vanaf 1 januari 2025 start Jimmy-Pierre de Graaf als algemeen directeur. Hij is de opvolger van Gemma Jelier, die per 1 oktober is vertrokken bij...
Verder lezen